Voor het bepalen van het vermogen
eerst een aantal basisgegevens m.b.t. elektrisch varen:
Vermogen elektrische
aandrijving
vergelijkbaar met
Voor boten (verdringers)
2 – 4 kW
5 – 8 PK
Tot 6 m. lengte of 2 ton
waterverplaatsing
4 – 7,5 kW
10 – 15 PK
Tot 8 m. lengte of 3 ton
waterverplaatsing
10.0 kW
20 PK
Tot 10 m. lengte of 7,5 ton
waterverplaatsing
15.0 kW
30 PK
Tot 12 m. lengte of 10 ton
waterverplaatsing
Dezelfde snelheid als een boot
met diesel- of benzinemotor is natuurlijk mogelijk. Hierbij moet rekening
gehouden worden dat niet planerende boten de maximum snelheid gelijk is aan
de rompsnelheid. Hoe dichter bij die rompsnelheid, hoe meer energie wordt
verbruikt (of verspild). Boven de rompsnelheid varen vergt echt veel meer
vermogen, en dus verbruik. Een meer economische kruissnelheid ligt iets
lager. Onderstaand een indicatie:
Bootlengte op de waterlijn
4 m.
6 m.
8 m.
10 m.
Rompsnelheid in km/u.
9
11
12,5
14
economische Kruissnelheid
7
8
9
10
Om de economische kruissnelheid
te behalen is er minder vermogen nodig. Onderstaand een indicatie:
Lengte op de waterlijn
4 m.
6 m.
8 m.
10 m.
economische Kruissnelheid
7
8
9
10
Benodigd vermogen (kW)
0,75
1
2
4
Andere algemene stelregel die vaak wordt gehanteerd is:
- Om de maximale snelheid te bereiken moet rekening worden gehouden met
een vermogen van 2,5x het gewicht van het schip, dus 2,5kW per ton
- De kruissnelheid van een schip ligt rond de 1 kW
per ton.
Dus b.v. met een sloep van 7
meter lengte en 2 ton waterverplaatsing zou je in theorie met een 2 Kw motor
de economische kruissnelheid kunnen behalen.
Uitgaande van een dergelijke
boot van 7 meter zou voor het behalen van de rompsnelheid en wat
overcapaciteit de 4,3Kw motoren gekozen kunnen worden. Uitgaande van 2Kw
voor de economische snelheid van 9km/pu is het verbruikt dus ook 2Kw per
uur.
De hele dag volgas varen komt in de praktijk niet voor. Immers de
rompsnelheid wordt in theorie meestal al bij 1/2 of 3/4 vermogen behaald.
Qua vaartijd is het zo dat bijna niemand de hele dag achter het stuur van
zijn wit boot staan. Belangrijk is dus hoeveel motoruren er op een dag
echt worden gemaakt. Als indicatie hier wat typische gebruikssituaties
uitgaande van een normale kruissnelheid:
Vaargebied
Gebruik
Motoruren per dag
Op
de plas, in de stad
Kleine tochten binnen binnen een plassengebied of in een
stad,afgelegde afstand tot 20 km.
2-3
uur
Regio
Dagtochten binnen een regio, afstand tot 40 km.
3-4
uur
Landelijk
Tochten in vakanties voor langere afstanden, tot 60 km. per dag
5-6
uur
Landelijk
Lange vaardagen, ter overbrugging van langere afstanden, tot 80 km.
Of gebruik bij bootverhuur van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat.
7-8
uur
Voor de berekening van de
benodigde accucapaciteit gaan we voor het gemak uit van de 48V modellen en
specifiek de 4.3Kw motor.
(De onderstaande berekening is ook uit te voeren voor de andere vermogens).
Om 48V te krijgen heb je minimaal 4 stuks 12V accu's in serie geschakeld
nodig.
Het wattage van een accu kan je
gebruiken als globale rekentool voor de gebruiksduur in uren.
Als voorbeeld: Een accu van 260Ah 12V = 260ah x 12V= 3.120 Watt x 4 (stuks om
48V te verkrijgen) is 12.480 Watt totaal vermogen. Echter de Aquamot accu's
kunnen tot 80% ontladen worden dus beschikbaar is 9.984 W.
Uitgaande dat op 1/2 vermogen (2Kw) van een motor de 9 p/u km gehaald kan
worden.
Dus in dit voorbeeld kan de 4.3Kw motor met 4x260AH accu's ongeveer 7 uur op
1/3 vermogen en 4,6 uur op 1/2 vermogen (=9.984W aan accu vermogen delen door
verbruik van 2.150W) en 3 uur op 3/4 vermogen en 2.3 uur op vol vermogen.
Om de vaartijd te verdubbelen moet je dus de accu capaciteit verdubbelen. Dat
is mogelijk door de accu's in serie-parallel te schakelen (berekening is
indicatief en afhankelijk van diverse factoren zoals wind, golven,
rompweerstand, temperatuur, etc.etc.). Serie-parralel schakelen kan dus ook
met accu's met lager vermogen om het gewicht te verdelen of om een specifieke
vaartijd te behalen.
In Serie schakelen:
Het Voltage van beide accu's wordt bij elkaar opgeteld (de capaciteit Ah
blijft hetzelfde).
In serie schakelen betekent dat de plus-pool van de ene accu verbonden
wordt met de min-pool van de ander.
Voorbeeld:
Indien je twee gelijke accu's van 12 Volt en 105Ah hebt, dan kan je
hiervan "één" accu van 24 Volt met 105Ah maken.
Op de twee vrije polen staat nu 24 Volt
Voorwaarden voor het in serie schakelen van accu's
Voordat je accu's in serie schakelt moeten de accu's individueel geheel geladen
zijn. Dit garandeert dat de accu's een gelijke lading hebben op het moment dat
ze in serie worden gezet. Dit is een zeer belangrijke vereiste bij een
serieschakeling en zorgt voor een maximalisatie van de levensduur van de accu's.
Wanneer je accu's in serie schakelt moet je voldoen aan alle onderstaande eisen,
negeer er geen een!
• De plus pool van de eerste accu aansluiten op de min pool van de tweede accu
(eventueel de plus pool van de tweede aansluiten op de min pool van de derde, et
cetera).
• De eerste en laatste accu hebben een vrije niet aangesloten accu pool. Bij de
eerste accu is dit de plus pool bij de laatste accu is dat de min pool (of net
andersom, het is maar hoe je neerzet). Die niet aangesloten plus en min pool
zijn je "nieuwe" accupolen. Deze sluit je aan op de omvormer/lader.
• Alle accu's moeten exact gelijke typen zijn
• Alle accu's moeten een gelijke capaciteit (in Ah) hebben
• De productiedatum en het gebruik (aantal keren dat ze geladen / ontladen zijn)
moet overeenkomen (een heel klein beetje speling mag maar liever niet, hou een
maximaal verschil aan van 6 maanden en/of een maximaal verschil van 75
ontlaad/laad cycli).
• Een defecte accu vervangen in een serieschakeling moet je nooit doen; dan
moeten alle accu's vervangen worden.
• Overtuig je dat de gekozen accu in serie geschakeld mag worden. Bij Gel en AGM
accu's is dit geen probleem maar LiFePO4 (LFP) accu's is dit meestal niet
mogelijk.
Parallel
schakelen:
De capaciteit van de accu's wordt bij elkaar opgeteld (het Voltage
blijft hetzelfde).
Parallel schakelen betekent dat zowel de plus- als de minpolen
doorverbonden worden.
Voorbeeld:
Indien je twee gelijke accu's van 12 Volt en 105Ah hebt, dan kan je
hiervan "één" accu van 12 Volt met 210Ah maken.
Serie / parallel schakelen:
Deze techniek is een combinatie van de twee bovenstaande schakelingen.
Zowel het Voltage van het systeem (en daarmee de capaciteit verlaagt) als de
capaciteit Ah wordt verhoogd.
Een zeer belangrijk onderdeel in een serie / parallelschakeling is de
compensatiekabel.
Deze kabel wordt tussen de seriegeschakelde batterijen geplaatst en
zorgt ervoor dat er geen spanningsverschillen tussen de seriestrengen
ontstaan.
In een ideale situatie is de compensatiekabel stroomloos.
Voorbeeld:
Met vier accu’s van 12 Volt 105Ah kan een systeem van 24 Volt met 210Ah
worden gevormd.
Absolute krachtpatsers Over het algemeen kunnen gewone
standaard accu's maximaal 50% van hun capaciteit ontladen worden. Dit betekent dat slechts de helft van hun capaciteit kan worden gebruikt. Aquamot AGM Deep-Cycle-batterijen kunnen tot 80% van hun capaciteit ontladen worden. Daarom is 30% van de energie meer beschikbaar op hetzelfde capaciteitsbereik. Alle belastingen kunnen dus 30% langer worden gebruikt zonder een externe energieleverancier.
Groot temperatuurbereik De meeste accu's hebben een temperatuurbereik van -10 ° C tot max. + 40 ° C. Vooral in de midzomer kan de temperatuur binnen in de boot oplopen tot + 60 ° C.
Alleen daarom al zijn dit soort batterijen niet geschikt voor aandrijving van
electrische scheepsmotoren. Alle Aquamot Longlife Deep-Cycle siliconenbatterijen bestand tegen hoge temperaturen tot 65 ° C en kunnen ze in de zomer en op warme dagen zonder problemen worden gebruikt.
Stabiele en lekvrije behuizingconstructie Aquamot-batterijen zijn zeer stevig en daarnaast zeer trillings- en stootvast door het gebruik van de nieuwste ABS-technologie en de interne constructie. Omdat dit batterijtype geen vloeibaar elektrolyt heeft, bestaan de gevaren van een lekkage niet. De elektrolyt wordt geabsorbeerd in de glasvezelscheiders en daarom kan de Aquamot ALS-batterij in alle posities zeer veilig worden gehanteerd en gepositioneerd.
Absoluut veilig Vooral nieuwe accutechnologieën kunnen erg gemakkelijk oververhit raken en in het slechtste geval beginnen ze te branden. De Aquamot ALS Longlife Deep-Cycle siliconenbatterij is quasi brandveilig
omdat ontbranding het gevolg is van een te hoge druk binnenin de accu. Dit is geen probleem voor de
Aquamot accu. Er is een intelligente overdrukklep die het gas wegleidt. Door
deze veiligheidsconstructie behoren de Aquamot accu's tot de veiligste in de
markt.
Volledig onderhoudsvrij Wie kan zich niet herinneren aan een van de volgende situaties? Het bijvullen van gedestilleerd water, het controleren van het zuurniveau, het smeren van vet op de
contacten, etc. Dit alles is niet meer nodig met de absoluut onderhoudsvrije batterijtechnologie van Aquamot omdat de elektrolyt wordt geabsorbeerd in de glasvezelscheiders en niet in de vloeistof. De
contacten zijn uitgevoerd zoals het in de richtlijn staat. Daarom is het niet meer nodig om vet tussen
contacten en kabelschoenen te maken.
Lange houdbaarheid Doordat er een zeer lage inwendige weerstand bereikt
wordt door het gebruik van de nieuwste materialen op de vlakke platen en door eigen ontwikkelde pasta's
is er ook nog het voordeel dat de houdbaarheid van de accu toeneemt en de zelfontlading
minimaal is. Het percentage zelfontlading is hierdoor zelfs kleiner dan 2% per maand.
Aquamot accu's voldoen aan de strengste Amerikaanse en Europese normen Alle Aquamot Longlife Deep-Cycle AGM-batterijen
voldoen aan alle Europese en Amerikaanse richtlijnen. Daarom kan de batterij wereldwijd zonder nadenken worden gebruikt.
Om de juiste lader te kiezen, moet u
de volgende stappen volgen:
Stel de totale de spanning van het accupakket vast (12V/24V/48V).
De uitgangsspanning van de lader en de totale spanning van de accubank moeten
altijd identiek zijn.
Bepaal de totale capaciteit (A) van het accupakket.
OPGELET: de capaciteit van het gehele accupakket wordt alleen in parallelle
verbinding verlaagd, niet in seriële verbinding.
De uitgangsstroom van de lader moet ongeveer tussen de 6% & 14% van de totale
capaciteit van het accupakket bedragen (bij AGM, siliconen, GEL en
loodzuuraccu's)
(bijvoorbeeld: 260Ah-accu's moeten tussen 16A en 35A worden opgeladen)